Herdenking deportatie Joodse streekgenoten in de Sjoel, Brielle
Zondag 26 oktober 2025 vond in de Sjoel in Brielle de jaarlijkse herdenking plaats van de Joodse families die vanuit Brielle, Oostvoorne, Heenvliet, Hellevoetsluis, Spijkenisse en Zuidland werden gedeporteerd. Burgemeester Scheepers hield de openingstoespraak.
Dames en heren,
We zijn hier vandaag in de Sjoel van Brielle om te herdenken dat op 27 en 28 oktober 1942, 83 jaar geleden, de laatste Joodse bewoners van Voorne-Putten door de Nazi’s werden gedeporteerd. Om nooit meer terug te komen. Slachtoffers van de holocaust. Als ik dit zo uitspreek, klinken de woorden op zich al loodzwaar. Maar voor mij komt de betekenis van deze woorden pas echt binnen, wanneer je naar de verhalen achter deze gruwelijkheden kijkt. En dan lopen de rillingen me elke keer over de rug.
Afgelopen jaar hebben we uitgebreid stil gestaan bij het vieren en herdenken van 80 jaar bevrijding en vrijheid. Omdat we het belangrijk vinden ook de jongste generaties, die immers door het voortschrijden van de tijd steeds verder van de oorlog af komen staan, de verhalen over de oorlog te vertellen, hebben we samen met het onvolprezen streekarchief een lespakket ontwikkeld. Bij een van de gastlessen die ik zelf mocht geven, moest ik even slikken toen ik een afbeelding van het lesmateriaal zag. Een kwitantie voor het vervoer van een groep Joden. Gewoon van een onderneming uit de buurt. IJskoud. Geen greintje menselijkheid. Het is huiveringwekkend.
De persoonlijke verhalen komen echter het meeste bij me binnen. Ik mag straks het verhaal van de familie Wessels met u delen. Een intens schrijnend verhaal van een heel gewoon gezin, dat aan de Stationsweg woonde en waar vader Izaäk met zijn vrouw Antje een goud- en zilverwinkel runde. Het gezin was enorm verbonden met de samenleving op ons eiland. Nathan die hockey speelde bij HC Voorne. Ben die klarinet speelde bij De Volharding. Het had net zo goed over een gezin uit Oostvoorne van vandaag kunnen gaan.
Carla Wessels, de dochter van het gezin, had een verstandelijke beperking, maar tot haar tiende ging ze gewoon naar school. Op haar tiende verhuisde ze naar Hilversum. Zeer waarschijnlijk naar de Rüdelsheim stichting, een tehuis voor verstandelijk beperkte Joodse kinderen. Dat tehuis werd in 1942 gevorderd door de Wehrmacht, in 1943 werden alle nog overgebleven kinderen gedeporteerd. Ik heb gezocht of ik meer over Carla kon vinden. U moet weten, ik kom zelf uit Hilversum en ben daar nauw betrokken geweest bij de nog kleine Joodse gemeenschap. Ik kon over Carla echter niets meer vinden. Wel is er het verhaal dat zij de oorlog overleefd heeft, omdat dat een niet-Joodse schoonmaakster verklaarde dat Carla haar dochter was. Dit dappere blijk van menselijkheid heeft ervoor gezorgd dat Carla de enige overlevende Joodse inwoner van Voorne-Putten was.
Want niemand kwam terug. Alle Joodse inwoners van Voorne-Putten zijn vermoord. Niet om hun politieke standpunten. Niet om geld. Niet door oorlogshandelingen. Nee, alleen vanwege het feit dat ze Joods waren. Antisemitisme in zijn meest afschuwelijke vorm. Anderhalf jaar geleden zat ik op de fiets naar een Joodse begraafplaats om daar een belangrijke bijeenkomst bij te wonen. Ik had een keppeltje op. Toen ik op die doodgewone dag op straat uitgescholden werd, en ik zal u de woorden besparen, kon ik heel even een flinterdun vernislaagje voelen van wat heel veel Joden vandaag nog altijd moeten voelen. Ik zei het vorig jaar al en nu opnieuw. Het spook van het antisemitisme is nog altijd onder ons. En daar moeten we tegen blijven strijden.
Ik sta hier vandaag in de Sjoel van Brielle. En zoals vaak ervaar ik hier ambivalente gevoelens. Aan de ene kant voel ik blijdschap en trots. Blijdschap dat de Sjoel nog altijd een begrip is in Brielle. En trots dat deze laatste, tastbare nalatenschap van het Joodse leven in Brielle nog steeds met zo veel liefde door de huidige generatie Briellenaren gedragen wordt en een levendige plek van ontmoeting is. Zoals een Sjoel bedoeld is! En tegelijk kan ik een gevoel van totale leegte niet ontkennen. Want wat is een sjoel zonder Joden? Ik blijf het droevig en cynisch vinden. Wel een Sjoel, maar al 83 jaar geen Joodse gemeente meer op Voorne Putten.
Ik wil afsluiten met een kort gedichtje van Judith Herzberg. Een gedichtje dat voor mij de paradox bij herdenken heel treffend onder woorden brengt. Want hoe onmenselijk het leed ook is geweest, laten we Izaäk, Antje, Nathan, Ben en Carla Wessels ook herinneren om wie ze waren. Mooie, leuke, lieve, menselijke mensen.
Laat woorden niet verslijten
laat ze verschoond blijven
van het vuil
van de vuile feiten
Dank u wel.