Verzanding monding Haringvliet zet door in de toekomst
In februari is een uitgebreid onderzoek gestart naar de verzanding van het kustgebied bij de monding van het Haringvliet. De eerste resultaten hiervan zijn vandaag aan betrokken organisaties en ondernemers gepresenteerd tijdens een goed bezochte bijeenkomst. Uit het onderzoek blijkt dat de grootschalige verzanding van het gebied inderdaad doorzet en de belangrijkste oorzaak de afsluiting van het Haringvliet is. Ook vertellen de resultaten meer over de mogelijke gevolgen voor de recreatie, scheepvaart, waterveiligheid en natuur.
Vanaf 1950 zijn er grote ingrepen geweest in dit gebied, waardoor de zee- en kustbodem ingrijpend is veranderd. Nu al kunnen strandbezoekers ver de zee in lopen voordat zij tot hun middel in het water staan. Deze verzanding van de kust heeft effecten op de recreatie, waterveiligheid, visserij, scheepvaart en natuur in het gebied. Daarom heeft een coalitie van 12 partijen onderzoeksbureau Arcadis opdracht gegeven te onderzoeken wat de autonome ontwikkeling, oftewel de toekomstige trend van de verzanding is, en wat de effecten van die trend zijn. De eerste resultaten van dit onderzoek werden op 6 juli gepresenteerd en besproken met de betrokken partijen uit het gebied zoals vertegenwoordigers van visserij, recreatievaart, ondernemers, overheden en natuurorganisaties.
Onderzoeksresultaten
Uit de eerste onderzoeksresultaten komt naar voren dat de grootschalige verzanding van het gebied inderdaad door zal zetten en de hoofdoorzaak de afsluiting van het Haringvliet is. Een andere grote ingreep in het gebied, de aanleg van de Tweede Maasvlakte heeft geen grote invloed gehad op de verzanding van de Haringvlietmonding. De Tweede Maasvlakte heeft wel lokaal enige invloed gehad op de manier waarop zand wordt verplaatst bij de Slikken van Voorne.
Gevolgen zee- en kustbodem en waterveiligheid
Uit het onderzoek blijkt verder dat er ter hoogte van de Groene Punt waarschijnlijk een grote strandvlakte zal ontstaan. De zandplaten zullen aan het huidige strand vast komen te liggen. Er is een kleine kans dat er voor de Groene Punt een geultje in zee ontstaat. Daar zou dan een smaller strand kunnen ontstaan, wat gevolgen zal hebben voor de waterkering. Ook de kust van Goeree-Overflakkee blijft aangroeien. Al kan er op sommige plekken juist een versmalling ontstaan van het brede strand. Dit kan een gevolg zijn van het wijder worden van bochten in het Slijkgat.
Gevolgen recreatie, scheepvaart en natuur
Door de verzanding zullen de mogelijkheden voor strand en watertoerisme bij de kust van Voorne afnemen en de mogelijkheden voor natuurrecreatie toenemen. De inspanningen en kosten om het Slijkgat open te houden, zullen naar verwachting door de verzanding verder toenemen. De effecten van de verzanding op de scheepvaart waaronder de beroepsvaart, visserij en recreatieve vaart zijn door het openhouden van het Slijkgat beperkt.
De verzanding heeft ook gevolgen voor de natuur. Duingebieden en zandplaten zullen verder groeien en het oppervlakte open water neemt af. Dit heeft gevolgen voor de natuurwaarden van de beschermde natuurgebieden. In de Voordelta kunnen bijvoorbeeld extra mogelijkheden ontstaan voor kustbroedvogels.
Vervolg onderzoek
Met de eerste resultaten van het onderzoek kan het vervolgonderzoek gestart worden. De resultaten van de stakeholdersbijeenkomst worden hierin meegenomen. Tijdens het laatste deel van het onderzoek worden mogelijke toekomstperspectieven uitgewerkt. Op basis van de uiteindelijke resultaten van het gehele onderzoek dat in december van dit jaar wordt afgerond, zullen de coalitiepartijen besluiten over een vervolgtraject.
Uitvoering onderzoek
Het onderzoek wordt uitgevoerd door bureau Arcadis in opdracht van een coalitie van twaalf partijen: de provincie Zuid-Holland, de gemeenten Voorne aan Zee, Goeree-Overflakkee, Nissewaard en waterschap Hollandse Delta, Rijkswaterstaat, Havenbedrijf Rotterdam, Natuurmonumenten, Zuid-Hollands Landschap en Recreatieschap Voorne-Putten.